Rechts en de media Print
Written by Koenraad Elst   
Wednesday, 15 June 2011 21:55

 

            Wat kunnen Vlamingen toch zagen.  Dat van die “verzuring” is echt geen fabeltje.  Neem nu de eeuwige klacht over de linkse partijdigheid van de media.  Natuurlijk, onderzoek in de VS, het VK, Nederland en België heeft telkens weer aangetoond dat links sterk oververtegenwoordigd is bij het mediapersoneel.  Van de New York Times tot Le Monde, en van de BBC tot de VRT, bij de dominante media druipt de linkse partijdigheid eraf.  Toch heeft de rechterzijde in Vlaanderen niet veel te klagen.

            Natuurlijk blijft links het hele debat vergiftigen met hatelijke en veelal ronduit onware omschrijvingen van andersdenkenden.  De Standaard heeft de islamkritiek van Ayaan Hirsi Ali nooit kunnen weerleggen, dus trapt ze maar na door te schrijven dat de dappere dadelbabe in de VS voor een “extreemrechtse” denktank gaat werken.  Als dergelijke termen nog betekenis hebben, dan is de bewering van De Standaard gewoonweg een leugen.  Desondanks heeft de zogenaamde kwaliteitskrant haar lezers altijd voldoende geïnformeerd over de inhoud van Ayaan Hirsi Ali’s standpunten, en de lezer moet dan zelf maar uitmaken of hij het met haar eens is of niet.  Dat de berichtgeving over dit en andere gevoelige thema’s de lezer veelal bereikt in een saus van partijdigheid is wellicht onaangenaam, maar niet meer dan dat.  In ieder geval bewijst de evolutie in de publieke opinie dat de linkse redacties weinig overtuigingskracht hebben als ze hun eigen mening er zo vingerdik bovenop leggen.

Humo leidde zopas een vraaggesprek met Marion Van San in met de terloopse bewering dat zij “berucht” werd door haar onderzoeksrapport over de allochtonenfactor in de misdaad.  Een wetenschapper kan “berucht” worden door te zondigen tegen de methodologie, maar noch Humo noch iemand anders heeft haar op dergelijke fouten kunnen betrappen.  De woordkeuze zegt dus meer over het chagrijn waarmee linkse dogmatici lucht geven aan hun machteloosheid jegens de wetenschap en jegens de “opstand der feiten” tegen hun eigen dogma’s.  Maar inmiddels geeft Humo aan de onderzoekster toch maar twee bladzijden lang het woord, en dat is het voornaamste. 

            Deze week brengt het blad dan weer een lang vraaggesprek met de conservatieve Britse filosoof Roger Scruton.  Weliswaar poogt de Humo-journalist om Roger Scruton ertoe te bewegen zijn lezing voor een VB-publiek in Antwerpen af te zeggen, want journalisten willen niet alleen de gebeurtenissen verslaan maar ze liefst ook zelf beïnvloeden.  Maar dat is zijn goede recht: de Linkse Kerk heeft niet ontwapend en dat hoeft ook niet, ze is een legitieme opiniestroming en mag best het spel meespelen.  Feit blijft hoe dan ook dat de Vlaamse lezer juist via het linkse blad Humo kennis kan nemen van Scrutons gedachtegoed.

            Hetzelfde ziet men in de rubriek lezersbrieven.  Enkele jaren geleden hielden ideologisch gedreven hoofdredacteurs nog systematisch alle rechts klinkende inzendingen buiten hun kolommen.  Journalisten klagen graag over het overwicht van de commercie in de huidige media, maar hier was een beleid dat duidelijk de ideologische op de commerciële overwegingen liet primeren: voor de verkoopscijfers is het immers van groot belang om de lezer zijn onvrede met de redactionele lijn te laten ventileren.  Zeer veel lezers slaan de krant eerst en vooral open op de opiniebladzijde om de reacties van de andere Jannen met de Pet te vernemen, een standpunt waarmee ze zich kunnen vereenzelvigen ook al staat daarnaast de tegengestelde opinie uit de pen van een hooghartige hoofdredacteur.  De Gazet van Antwerpen werd toen voor rechts uitgekreten omdat zij in die rubriek een echte opiniewaaier toeliet in plaats van de foute stemmen uit te wieden.  Vandaag houdt alleen De Morgen, die sowieso niet veel rechtse lezers zal tellen, dit beleid vol.  Humo publiceert bv. regelmatig klachten over allochtoon wangedrag, hetgeen in de huidige configuratie als “rechts” geldt.

            Discussies over links en rechts graviteren tegenwoordig in één-twee-drie naar het onderwerp Vlaams Belang annex schutkring.  Die partij zou in de media onvoldoende aan bod komen, zoals Eric Deleu, VB-vertegenwoordiger in het VRT-bestuur, recent nog aangeklaagd heeft.  Als je het op een goudweegschaaltje afweegt, dan is het VB inderdaad nog steeds ondervertegenwoordigd in politieke debatprogramma’s, maar in feite kan het zijn stem toch wel voldoende laten horen.  Tijdens de beroering over de moorden in Antwerpen door de neef van een VB-mandataris kreeg het VB ruim de gelegenheid om zich te verdedigen.  Boulevardbladen zoals P-Magazine lieten zelfs echte neonazi’s uitvoerig aan het woord.  Men vergelijke dit met Wallonië, waar de diverse rechts-nationalistische partijen strikt uit de media geweerd worden.

            Bovendien spelen de bestaande politieke verhoudingen paradoxaal genoeg mediatiek in het voordeel van het VB.  Zoals Bart Maddens in de jongste Doorbraak opgemerkt heeft: die TV-debatten waaraan het VB deelneemt, worden veel drukker bekeken omdat daarin eindelijk nog eens echt gedebatteerd wordt.  De moderator spant doorgaans samen met de “democratische” politici om de VB-er op zijn paard te krijgen, in de hoek te drummen, op tegenstrijdigheden te betrappen of gewoon de mond te snoeren.  Waarop de VB-er, inmiddels goed getraind op dat scenario, het beste van zichzelf geeft.  Dat zorgt voor nogal wat spannender televisie dan de slaapverwekkende “debatten” tussen de coalitiepartners, dus hogere kijkcijfers met bovendien veel intensere aandacht per kijker.

            Maar, klaagt Eric Deleu, het VB is nog steeds volledig afwezig in lichtere programma’s, zoals de Eindejaarsshow 2005 van de VRT, of de talloze kwissen en luchtige praatshows.  Wat de feiten betreft, heeft hij gelijk.  Talloze politici van de andere partijen (het minst nog de N-VA) draven regelmatig op om de babbelpanels op te vullen en zich van hun leukste kant te laten zien; VB-ers nooit.  Maar wat had men dan eigenlijk gewild?  Het VB is nu eenmaal niet leuk.

            Er is weliswaar volop aanleiding tot rechtse satire, want de contradicties van de Paarse regering of van het officiële antiracismebeleid bieden stof genoeg om op de lachspieren te werken, althans voor iemand met talent voor humor.  Er is daar een enorm gat in de markt, maar het zal wel geen VB-er zijn die het opvult.  Het VB had een schalkse volkspartij kunnen zijn, maar het komt nu eenmaal als erg grimmig over.  Dat hangt samen met zijn grimmige uitgangspositie: onze samenleving is in doodsgevaar, ze wordt belaagt door een snel stijgende vloed van barbaren met een mes tussen de tanden, en wij zijn zwak door onze dalende geboortecijfers en door het mollenwerk van de multiculturele verraders in ons midden.  Nou, als het zo zit, dan is dat toch niet om te lachen?  Volgens het verklaarde uitgangspunt van het VB zelf is het, logisch doorredenerend, erger dan ongepast om zich in te laten met frivoliteiten zoals die kletskransjes op TV.  Dat zou een hemeltergend verlies zijn van tijd en van concentratie op de strijd om te overleven. 

Vergelijk het met de eerste socialisten, die de schrijnende uitbuiting van de arbeiders aankloegen en de burgerij de daver op het lijf joegen.  Zij waren grimmig en fier het te zijn.  Zodoende verwachtten zij geen uitnodiging om in de bourgeois-media een beetje onnozel te komen doen.  Karl Marx werd toch ook nooit als lolbroek in een TV-show opgevoerd?  Nou dan.

(juni 2006)