De Yijing als bijbel van het seksisme Print
Written by Koenraad Elst   
Wednesday, 24 November 2010 23:55
 
 
 
“Zij moet niet toegeven aan haar gril. Zij moet binnen voor het eten zorgen” (R. Wilhelm tra. Yijing 37:2)
 
Miljoenen mensen in het hedendaagse Westen dwepen met de Yijing (I Tjing), het 31 eeuwen oude Boek der Veranderingen uit China. Zij geloven doorgaans de volgende dingen: (1) dit boek is een basistekst van het taoïsme, en bijgevolg vrouwvriendelijk, volks, anarchistisch, en spiritueel; (2) centraal in de Yijing staat het begrippenpaar yin/yang, d.w.z; zacht/hard, vrouw/man, aarde/hemel, maan/zon, een polariteit van gelijkwaardige polen, of zelfs met een voorkeur voor het yinne, zachte en vrouwelijke; (3) het yin/yang-teken, de cirkel met wit en zwart "visje", is het symbool van het taoïsme en van de "zachte" gevechtskunsten zoals taijiquan of aikido, en vat de boodschap van de Yijing samen.
 
Nader onderzoek toont echter het volgende aan: (1) het Boek der Veranderingen is een voorloper van het confucianisme, patriarchaal, elitair, feodaal en passend in een welbepaald politiek discours, namelijk om de staatsgreep van de Zhou-hertog tegen zijn Shang-leenheer te rechtvaardigen; terwijl de klassieke duidingstekst rond de Yijing, de Tien Vleugels, tot de confuciaanse canon behoort; (2) het erkent de polariteit van yin en yang, maar waardeert yang positiever dan yin, beschouwt de man als superieur aan de vrouw, en is eigenlijk een bijbel van het seksisme; (3) het yin/yang-begrippenpaar is in het Boek der Veranderingen nog nauwelijks geëxpliciteerd, is eeuwen later vooral door een aparte wijsgerige school ontwikkeld, de zogenaamde naturalisten rond Zou Yan, om pas nadien in de taoïstische filosofie en gevechtskunst geïntegreerd te worden; terwijl het welbekende yin/yang-teken pas in de middeleeuwen opduikt, bij neoconfuciaanse wijsgeren als Zhou Dunyi.
 
 Natuurlijk moet men het sympathieke, diepzinnige en sublieme erkennen in het vrouwvriendelijke taoïsme en in de zachte gevechtskunsten. Daarin blijkt het sterke zwak en het zwakke sterk te zijn. Maar die subtiele, paradoxale en tegen-intuïtieve zienswijze komt logischerwijze later dan de primitieve en evidente ervaring van het sterke (mannelijke) als sterk en superieur, en van het zwakke (vrouwelijke) als zwak en inferieur. In de Shang-periode heerste een zonnecultus, waarin de zon/yang de positieve pool was, en wolken en duisternis/yin de vijand van de zon waren, uiteraard negatief te beoordelen. De herwaardering van het yin-beginsel is een gevorderder stadium in de ontwikkeling van de beschaving. Men voert de beste vruchten van de Chinese beschaving graag terug tot de oertijd, maar zij komen aantoonbaar voort uit een historisch proces van verdieping en verfijning. Zo waren de harde gevechtskunsten er het eerst, heel direct en zelfs voor beginnelingen doeltreffend, terwijl de zachte gevechtskunsten veel vernuft in het ontwerp en langdurige training in de uitvoering vergen: uiteraard zijn deze pas later ontwikkeld.
De brute duiding van yin en yang, namelijk als negatief en positief, inferieur-vrouwelijk en superieur-mannelijk, was er eerst. De subtiele duiding die de verborgen kracht van het vrouwelijke yin-beginsel waardeert, is maar geleidelijk aan de dag getreden. Het Boek der Veranderingen behoort nog tot het rauwe oerstadium van het yin/yang-denken.
 
 
 
 
(samenvatting van mijn lezing voor het I-Tjing-symposium, Amsterdam-Ruigoord, juli 2010)
(en nu bij wijze van toepassing, een artikel uit dezelfde periode:)
 
 
Het meisje is sterk
 
Dit is stof voor de Grote Vlaamse Film, te maken nadat de Vlaamse onafhankelijkheid een einde stelt aan de steeds slechter wordende vaudeville van de Belgische politiek. Geen soap, zoals de kranten slechts enkele dagen geleden schreven, maar groot drama, dat is het openbaar leven van Marie-Rose Morel. Niet alleen de persmuskieten maar ook de politici in haar omgeving zullen zich onder haar aanblik nu wel erg klein voelen.
 
 
Nü zhuang, wu yong qu nü, zo opent hoofdstuk 44 van het 31 eeuwen oude Boek der Veranderingen: “Het meisje is sterk; trouw niet met dat meisje.” Hoewel allerlei softies dat werk als een vrouwvriendelijk en zweverig boek beschouwen, zou ik het een hard boek noemen, en de bijbel van het seksisme. Het gaat uit van de tegenstelling tussen yin en yang, vrouwelijk en mannelijk, zacht en hard, de weerkaatsende maan en de lichtende zon, de aarde beneden en de hemel boven. De basisbetekenis van yin is “bewolkt, dof”, die van yang is “zonnig, fel”. Dat zou dus het wezensverschil zijn tussen de vrouw en de man. Het Boek wijst hun ondubbelzinnig hun plaats: de man is sterk en geeft leiding, de vrouw is zwak en gehoorzaamt.
 
In hoofdstuk 44, Kou, “Het tegemoetkomen”, neemt de vrouw echter het initiatief. Het bijbehorende beeld toont één vrouw die zich bij een uitsluitend mannelijk gezelschap voegt. Ziedaar de moderne vrouw die mannelijk terrein betreedt, de politiek bijvoorbeeld. En die daar allerlei seksistische verdachtmakingen moet trotseren, zoals Marie-Rose Morel ruimschoots ondervonden heeft, zowel van collega’s als van de media. En die extra goed moet presteren om halvelings voor vol aanzien te worden.
 
Koning Wen (“Cultuur”), de samensteller van het Boek, beschouwde zulk stoutemeisjesgedrag als strijdig met de juiste verhoudingen. In de cycliciteit van de natuur gebeurt het nu eenmaal dat het sterke geslacht soms zwak is en het zwakke sterk, maar een gunstig moment is dat toch niet. Zoals de herfst onvermijdelijk en noodzakelijk is maar toch minder verwelkomd wordt dan de lente. Seksistisch, ongetwijfeld, maar de oude knar was ook realistisch. Sterke vrouwen liggen inderdaad niet zo goed in de markt. Al die geslaagde carrièrevrouwen van tegenwoordig schrikken de mannen af en blijven alleen. Of ze zijn getrouwd en hun man kan het niet meer uitstaan, zo’n vrouw in de wereld in plaats van op haar plaats binnenshuis. En dan volgt een vechtscheiding, zoals Marie-Rose Morel er één te beurt gevallen is.
 
Last Updated on Friday, 18 January 2013 21:44