De grootste demokratie ter wereld PDF Print E-mail
Written by Koenraad Elst   
Monday, 06 December 2010 13:55

 

 

 

De kaping van een Air India-vliegtuig heeft nog eens gedemonstreerd hoe in het Indische subkontinent een oorlog woedt tussen de beschaving en de barbarij. Voor deze laatste tekenen de islamitische regimes in Pakistan en Afghanistan, die de kapers op diverse manieren gesteund hebben, ondermeer door in Kandahar verse explosieven aan boord te laten brengen, en door de kapers ongehinderd te laten vertrekken in plaats van hen op Afghaanse of nadien op Pakistaanse bodem te arresteren. India daarentegen behoort tot het nog steeds niet zo talrijke klubje van stabiele demokratieën die het typische mikpunt van terreurakties zijn.

Maar daar krijgt het weinig waardering voor. De jongste verkiezingen in India, de grootste demokratie ter wereld, hebben in onze media aanzienlijk minder aandacht gekregen dan de staatsgreep in buurland Pakistan. Dat is om meerdere redenen merkwaardig.

Het "hindoe-fascisme"

Eerst en vooral wordt India de komende vijf jaar geregeerd door een partij die tot voor kort als "fundamentalistisch" en "fascistisch" omschreven werd. Toen in 1991 de BJP grote verkiezingswinst boekte, waarschuwde een Vlaamse krant de Indiase kiezers "niet dezelfde fout te maken als de Duitsers in 1933". Toen de minzame dichter Atal Behari Vajpayee in 1996 voor het eerst als premier ingezworen werd, had de New York Times (17-5-1996) het over "een gevaar te gruwelijk om zich voor te stellen", namelijk van aan "Indiase burgeroorlog" beraamd door "de rechtse vijanden van de Indiase vrijheid die zich nationalisten noemen" maar die in feite "pro-Nazi moordenaars" zijn. Ook De Standaard (5-3-1998) meende te weten dat de BJP behoort tot een beweging die "raszuiverheid" nastreeft en wier zegsman

M.S. Golwalkar in 1938 Hitlers kampanje tegen de joden "een bron van inspiratie" noemde.

Als het inderdaad een soort Hitler was die nu aan het hoofd staat van een kernmogendheid met één miljard inwoners, dan zou dit toch aanleiding mogen zijn voor meer media-aandacht? Blijkbaar geloven de experts hun eigen voorspellingen niet, wellicht omdat het BJP-bestuur in diverse deelstaten en in Delhi hen tot nu toe totaal in het ongelijk gesteld heeft. Maar de moed om hun fout toe te geven hebben ze evenmin.

Om te beginnen, de veelgehoorde bewering dat de latere hindoeleider M.S. Golwalkar in zijn eerste publikatie in 1938 (We, Our Nationhood Defined) "raszuiverheid" bepleitte, is onjuist. Golwalkar leidde uit de ontwikkelingen in Duitsland, waar het inderdaad over "raszuiverheid" ging (het woord komt dus wel voor in zijn boek, maar niet als eigen programmapunt), af dat het samenleven van twee volkeren binnen één staat tot konflikt moest leiden. Zijn oplossing voor dit probleem was precies tegengesteld aan die van Hitler: terwijl deze de geassimileerde joden eerst en vooral wilde dissimileren en afzonderen, formuleerde Golwalkar ten aanzien van de moslims juist een beleid van assimilatie. In het voorwoord (door toenmalig parlementslid M.S. Aney) wordt er ondermeer John Stuart Mill bijgehaald, die een demokratie pas werkbaar achtte in een etnisch homogene gemeenschap, en Israel Zangwill, de Brits-joodse auteur die het begrip "smeltkroes" lanceerde als formule voor de etnische eenmaking van de VS. Golwalkar vond ook dat de Tsjechen de Sudeten-Duitsers hadden moeten assimileren, niet meteen Hitlers standpunt. Dat Hitler als "bron van inspiratie" fungeerde, komt evenmin uit Golwalkars pen, wel uit die van zijn vijanden (met name uit C. Jaffrelot: The Hindu Nationalist Movement, Viking 1996, p.54).

Westerse berichtgeving over de BJP is trouwens volledig gebaseerd op vijandige bronnen, want zelfs de meeste "deskundigen" kennen de primaire bronnen gewoon niet. Zo zoekt men in de vakliteratuur tevergeefs naar een bespreking van de officiële doktrine van de BJP, het "integraal humanisme", ruwweg te vergelijken met de kristen-demokratisch personalisme (en toevallig ook de titel van een boek van één van de denkmeesters van de kristendemokratie, Jacques Maritain: Humanisme Intégral, 1936; het is typerend dat beide in oorsprong konfessionele bewegingen een formeel sekuliere doktrine naar voren schuiven). Dit is alsof een studie over een kommunistische partij het marxisme onvermeld zou laten.

Willen we het werkelijke standpunt van de hindoe-nationalisten tegenover Hitler kennen, dan kunnen we best eens kijken wat hun toenmalige generatie tijdens WO 2 gedaan heeft. Onmiddellijk nadat Groot-Brittannië in september 1939 aan Duitsland de oorlog verklaarde, zegden de hindoe-nationalisten hun steun aan de Britten toe. Hun leider Vinayak Damodar Savarkar riep alle hindoe-jongeren op om dienst te nemen. Volgelingen van Mahatma Gandhi (die de Engelsen opriep om hun land aan Hitler weg te schenken) scholden hem uit voor "rekruteringsofficier". Het waren Savarkars rekruten die in Duinkerke de Britse aftocht dekten, die in Libië tegen Rommel en in Irak tegen pro-Duitse Arabieren streden. In Birma streden zij tegen de Japanners en hun Indiase kollaborateurs onder de linkse ex-Kongresleider Subhas Bose. Van de zeven samenzweerders in de moord op Gandhi, ongetwijfeld het dieptepunt van het hindoe-nationalisme, hadden er drie tijdens de oorlog in het Britse leger gediend.

De BJP en de demokratie

In 1977-79 was de BJP de grootste partner in de Janata-regering, gevormd door mensen die tijdens Indira Gandhi's Noodtoestand-diktatuur opgesloten waren of ondergronds voor het herstel van de demokratie geageerd hadden. In 1977 stond de BJP waar Hitler in januari 1933 stond, dus tegen 1979 had men van BJP-"fascisten" mogen verwachten dat zij hun regeringspartners opzijgeschoven zouden hebben, het parlement ontbonden, de Nacht van de Lange Messen, Nurembergwetten... In werkelijkheid gebeurde niets van dat alles, de koalitie verloor in 1980 de verkiezingen en de BJP ging braaf naar de oppositiebanken. Noteer overigens dat de Kongres-kommunistische alliantie die Noodtoestand in 1975 afgekondigd had op grond van het gevaar van de "fascistische krachten": de geschiedenis bewijst dus dat de valse retoriek over hindoe-"fascisme" niet zo onschuldig is.

In 1996 kwam de BJP opnieuw kortstondig aan de macht, en in 1998 nogmaals, maar alle gelijkenissen met Hitler bleven dode letter. Zo kwam er niets van de voorspelde geweldgolf tegen de moslims, zelfs niet toen moslims in februari 1998 in Coimbatore een aanslag pleegden tegen partijleider L.K. Advani (wiens vliegtuig echter vertraging had), waarbij een vijftigtal hindoe-militanten omkwamen; noch toen Pakistaanse invallers in juni 1999 in Kasjmir Indiase soldaten verminkten en doodfolterden; noch toen islamitische militanten in december 1999 een Air India-vliegtuig kaapten en één van hun gijzelaars (Rupin Katyal, een bruidegom op huwelijksreis die weigerde zich een blinddoek te laten ombinden) de keel oversneden. Een golf van afschuw over zoveel islamitische wreedheid ging door India, en toch bleven de moslims ongemoeid. Ter vergelijking: de eerstesteenlegging voor een nieuwe Rama-tempel op een door moslims opgeëiste plaats in Ayodhya in november 1989 was aanleiding tot een massale geweldgolf tegen de nog overblijvende hindoeminderheid in Pakistan en Bangladesj.

Over het sociaal-ekonomisch programma van de BJP deden recent twee tegengestelde geruchten de ronde. Als zogenaamd "rechtse" partij ging de BJP alles wat er aan sociale wetgeving in India bestaat, afschaffen, en een ultra-liberale koers varen. Zoiets heeft nooit in het BJP-programma gestaan, dat ook in dit opzicht dichter bij de kristendemokratische middenweg staat; maar zoals gezegd, berichtgeving over de BJP is zelden op primaire bronnen gebaseerd. Wel is juist dat de BJP een herziening bepleitte van de verstikkende socialistische politiek die door de eerste premier Jawaharlal Nehru begonnen was, en die India in een spreekwoordelijke armoede gestort had. De juistheid van het BJP-standpunt werd impliciet toegegeven door de Kongresregering van de ondergewaardeerde premier Narasimha Rao, die in 1992 een gematigde liberalizering inzette.

De jongste jaren werd dan weer beweerd dat de BJP deze liberalizering zou terugschroeven. Ook dit was uit de lucht gegrepen. De BJP wilde de liberalizering wel in fasen laten verlopen, waarbij in een eerste fase de intern geliberalizeerde Indiase ekonomie nog tegen buitenlandse mededinging afgeschermd zou blijven, dit naar het voorbeeld van Japan en de zgn. Tijgers. Deze benadering wordt gedeeld door bijna alle Indiase partijen, en is het gezond verstand zelve. Inmiddels kwamen een aantal zakenlui op het VRT-3-radio-programma Het Wereldbericht (30-10-1999) getuigen dat het Indiase ondernemingsklimaat onder BJP-bestuur in elk opzicht verbeterd is.

Is demokratie wel goed voor India?

Toen de Derde-Wereldlanden na de dekolonizatie veelal in een spiraal van ekonomische stagnatie en verarming terecht kwamen, werd er vaak gedebatteerd over de wenselijkheid van de demokratie in ontwikkelingslanden. Als doorslaggevend argument gold daarbij altijd de uitentreure herhaalde vergelijking tussen India en China: in demokratisch India is er hongersnood, in China daarentegen heeft de massa wat minder burgerlijke vrijheden maar tenminste eten. Ik heb dat argument in Delhi ook al honderd keer uit de mond van bezoekende journalisten en zakenlui kunnen horen. Ik citeer hier nog eens Jacques Rogge's kommentaar op de Indiase verkiezingen van 1998: demokratie is eigenlijk ongeschikt voor ontwikkelingslanden.

In zijn eigen woorden: "je mag een onmetelijk land als China, met een populatie van een miljard tweehonderd miljoen inwoners, niet beoordelen met Westerse maatstaven. Inspraak en pluralisme moeten wijken voor meer dringende behoeften als huisvesting, voedselvoorziening, gezondheidszorg, onderwijs en ekonomische ontwikkeling. (...) Ik ben niet blind voor de schending van sommige mensenrechten, maar ik kijk toch vooral met respekt en bewondering naar de manier waarop de Chinezen hun immense land zonder veel horten en stoten in goede banen leiden. Dat steekt schril af tegen het immobilisme van het op één na meest bevolkte land, India, dat maar niet uit het slop geraakt. De beangstigende vraag is of een ontwikkelingsland zich een demokratie kan veroorloven. Misschien is het meer gebaat met een sterk centralistisch gezag. India is een demokratie. Er zijn heel wat negatieve aspekten aan verbonden, in de eerste plaats de korruptie, maar er heersen dezelfde politieke vrijheden als bij ons. Helaas geraakt het met die demokratie niet vooruit." ("De Kroonraad", Knack, 25-3-1998).

Dat de Chinezen geen honger kennen is niet waar, natuurlijk: China heeft de laatste halve eeuw frekwente regionale hongersnoden gekend, plus de door een kommunistisch experiment (de Grote Sprong Voorwaarts) veroorzaakte grootste hongerramp uit de geschiedenis, met ineens tientallen miljoenen doden. Ook korruptie en de behoefte aan "konnekties" (guanxi) zijn in China algemeen verspreid: "China wordt gerekend tot de vijf meest korrupte landen ter wereld", aldus Rik Coolsaet ("De reus bedreigt zichzelf", Knack, 28-10-1998). Het is trouwens onzin dat diktatuur in de regel een goed middel is om de korruptie te bestrijden. Mussolini schakelde de Mafia uit maar minder spektakulaire vormen van korruptie tierden welig onder zijn bewind. Het is maar in een demokratie dat onbevreesde rechters en vrij werkende onderzoeksjournalisten de korruptie aan de kaak kunnen stellen.

Juist de zieltogende staat Pakistan illustreert goed het onvermogen van een veelal nietdemokratisch, af en toe zwak-demokratisch systeem om de korruptie aan te pakken. In Pakistan hebben wapensmokkelaars en drugbaronnen vrij spel, en generaal Perwez Musharrafs kampanje tegen de korruptie heeft hen niet verontrust: ze zal alleen gericht enkele politieke tegenstanders treffen, net zoals zijn verkozen voorganger Nawaz Sharif rivale Benazir Bhutto middels een aanklacht wegens korruptie in de hoek wist te zetten. In India daarentegen hebben journalisten als Arun Shourie en N. Ram (om er maar een rechtse en een linkse te noemen) allerhande schandalen aan de grote klok kunnen hangen, vaak met het ontslag of een gerechtelijke veroordeling van de betrokken politici of zakenlui tot gevolg. Men hoeft dus niet te vrezen voor een gebrek aan zelfreinigend vermogen in een demokratisch bestel.

Verder is het klinkklare onzin dat het demokratische India "niet vooruit" gaat. Iedereen weet inmiddels toch dat talloze Westerse bedrijven hun boekhouding en ander computerwerk aan Indiase onderaannemers uitbesteden? De boomende computernijverheid is de hele Indiase ekonomie op gang aan het trekken, beter dan eender welk diktatoriaal overheidsinitiatief zou kunnen. Natuurlijk is er nog een omvangrijk armoedeprobleem, maar dat gold ook voor het industrializerende Engeland en in zekere mate zelfs voor de huidige VS.

Wie India regelmatig bezoekt kan alleszins niet naast de gestegen welvaart kijken.

Het echt "beangstigende" in Rogges betoog is de terloopse verkettering van de demokratie. Bijna elke Westerling in Delhi debiteert wel datzelfde refreintje, dat India te groot en te ingewikkeld is voor demokratie, en dat het beter af zou zijn met een sterk regime. In het beste geval denkt men dat het geen verschil zou uitmaken of India wel of niet een demokratie zou zijn. Ook nu weer: na de staatsgreep in Pakistan toonden The Economist, de Herald Tribune en andere Westerse opinieleiders zich zeer welwillend tegenover de nieuwe sterke man, en Pakistan-kenner Marc Colpaert kwam in het VRT-duidingsprogramma Aktueel verklaren dat de instelling van een militaire diktatuur voor de bevolking eigenlijk zo erg niet is, aangezien het beetje demokratie dat ze gekend heeft weinig van diktatuur verschilde. Dit laatste was helaas wel de waarheid in het geval van Pakistan, maar in India liggen de zaken grondig anders. India heeft bewezen dat demokratie de beste weg is om de diverse aspiraties van maatschappelijke klassen en etnische groepen te verzoenen, en zou met een sterke staat zeker niet gebaat zijn.

De geestelijke vader van Pakistan, Mohammed Iqbal, een fan van Mussolini, schamperde ooit dat "demokratie een systeem is waarin hoofden geteld maar niet gewogen worden". Waarop Kedar Nath Mishra, mijn prof van filosofie in Benares, zegt: "Maar ze worden tenminste niet afgehakt", wat toch al verdienstelijk mag heten.

In eerste klasse

Een van de onjuistheden die in de berichtgeving over de vliegtuigkaping hernomen werd, was de voorstelling van India en Pakistan als een paar erfvijanden, zowat als de mangoest en de slang in Indiase fabels. De symmetrie-dwaalvoorstelling houdt in dat India en Pakistan, of "hindoe-fundamentalisme" en "moslim-fundamentalisme", zowat mekaars spiegelbeeld zijn, en jegens elkaar in dezelfde verhouding staan. Het grootste deel van de media-beeldvorming over de hindoe-tegenstanders van de islam is op deze symmetrie-dwaal-voorstelling gebaseerd. Bv., de islam wil de vrouw opsluiten (zie het Taliban-bewind in Afghanistan), dus neemt men aan dat hindoe-militanten hetzelfde willen. In werkelijkheid diende de BJP-regering in 1998 een wetsontwerp in om in het parlement een vrouwenkwotum van 33% in te stellen, de onzalige politiek van positieve diskriminatie dus, want in het BJP-programma vindt men alle progressieve slogans, genre "empowerment"; net als bij de CVP. Tegenover de islamitische ontvoeringen, bomaanslagen, vliegtuigkapingen staat geen hindoe-ekwivalent.

Tussen India en Pakistan is er al helemaal geen symmetrie. Pakistan is ontstaan uit de onwil van de Indiase moslims om met niet-moslims samen te leven. De haat jegens India en de hindoes is de bestaansreden van Pakistan, en is nog steeds een obsessie voor de hele politieke klasse van dat land. Voor India daarentegen is Pakistan alleen maar een vervelende mug, die het leven onaangenaam maakt maar niet echt levensbedreigend is. Zelfs de moslims in India zijn hun gehechtheid aan Pakistan aan het opgeven, getuige bv. hoe zij meer en meer voor India supporteren tijdens cricketwedstrijden tussen beide landen. Pakistan is nu eenmaal een mislukt experiment, het domein van feodale grootgrondbezitters, drugbaronnen, wapensmokkelaars, sektaire en etnische milities.

Elk van de voorbije zes jaren zijn in Pakistan meer moslims bij sektair geweld (sjiieten tegen soennieten tegen ahmadija's) omgekomen dan in India. Een vrije pers, ombudsdiensten en de demokratische kontrole op het beleid zorgen ervoor dat India zijn korruptieprobleem en zijn gebeurlijke mensenrechtenschendingen zelf remedieert; niets daarvan in Pakistan. In India wordt al wel eens een vrouw op een politiekantoor verkracht, zeker; maar het is alleen in Pakistan dat een vrouw die bij de politie klacht neerlegt wegens verkrachting zelf opgesloten wordt (wegens zelf toegegeven buitenechtelijk geslachtsverkeer plus laster jegens een moslim), en als toemaatje van het hele korps nog eens de behandeling krijgt waar ze als ontuchtige vrouw "om gevraagd heeft". Moedige aktivisten zoals advokate Asma Jehangir doen wat ze kunnen, maar het krimineel-militair-fundamentalistisch kompleks is er oppermachtig. India heeft weerklank in de wereld, zijn miserabilisme wordt gekompenseerd door een grote kulturele uitstraling; Pakistan daarentegen heeft niets om fier op te zijn.

De ekonomische en technologische demarrage van India zet de tegenstelling nog verder in de verf. India heeft een florissante satelliet-nijverheid en plant nu een eerste onbemande landing op de maan. Pakistan kon zijn primitieve kernbommen maar testen door ijlings Chinese hulp in te roepen; India maakte zijn kernwapen helemaal zelf, en testte in mei 1998 elk type dat de Amerikanen hebben, soms met belangrijke technische nieuwigheden. Hoewel ik niet onverdeeld geestdriftig ben over India's nukleaire optie, kan men er toch niet naastkijken dat de atoomproeven als technologisch hoogstandje een duidelijke cesuur vormen tussen het tijdperk waarin India samen met Pakistan een typisch meelijwekkend Derde-Wereldland was, en het tijdperk waarin India tot de grootmachten gaat behoren. Pakistan speelt in dezelfde klasse als Iran of Irak; India meet zich voortaan met China en de VS. De tijd is eindelijk rijp om het vanzelfsprekende in te zien: als enige demokratie tussen Israël en Japan is India de natuurlijke bondgenoot van Europa in Azië.

(Nucleus 1999)

 

Last Updated on Saturday, 08 January 2011 13:34
 
Copyright © 2024 Koenraad Elst. All Rights Reserved.
Joomla! is Free Software released under the GNU/GPL License.