Profeet van Aton PDF Print E-mail
Written by Koenraad Elst   
Thursday, 25 November 2010 00:08

Fundamentalisme, toen reeds

 

 

“Er is geen god behalve de zonneschijf Aton, en Echnaton is de profeet van Aton”, aldus zouden we de godsdienstige nieuwlichterij van Echnaton kunnen samenvatten.  Een nieuw boek legt de duistere kanten van deze veelbesproken farao bloot.

 

In het moderne Westen is Echnaton, of Achenaten (zoals de hier besproken auteur verkiest), of Achnaton (zoals zijn vertaler het spelt), die regeerde van 1353 tot 1335 v.C., verreweg de geliefdste farao.  De populaire publicaties over Egypte betreffen òf de piramiden òf Echnaton.  Allerlei fantasten beweren dat ze zijn reïncarnatie zijn, of die van zijn bloedmooie vrouw Nefertiti.

 

De intriges rond zijn dynastie en het unieke grafmasker van zijn zoon Toetanchamon helpen om die belangstelling te verklaren, maar doorslaggevend is toch dat hij de eerste monotheïst was.  In onze religieuze opvoeding hebben we altijd geleerd om de stap van polytheïsme naar monotheïsme als een grote stap voorwaarts te beschouwen.  Dus toen egyptologen ontdekten dat Echnaton (“doeltreffend voor de Aton”) in die religieuze revolutie enkele decennia voorsprong had op Mozes, kon de roem van deze farao niet meer stuk. 

 

Maar was Echnaton wel zo’n prijzenswaardig vorst?  Het staat al lang vast dat hij als bestuurder een ramp voor Egypte geweest is.  Uit de brieven gevonden in het archief van zijn hoofdstad Achet-Aton (“horizon van Aton”) bij het huidige El-Amarna blijkt dat hij de staatszaken verwaarloosde.  Zijn brieven aan andere vorsten waren ongepast neerbuigend, en hij liet smeekbeden van provinciegoeverneurs om richtlijnen of versterkingen onbeantwoord.  Blijkbaar bespaarde hij op politiek om zich meer op godsdienst te kunnen toeleggen.

 

En nu komt een nieuw boek Echnaton zelfs in religieus opzicht neerhalen.  Nicholas Reeves, directeur van het Amarna-Koningsgravenproject in het Egyptische Dal der Koningen, geeft in zijn gedetailleerde doch vlot leesbare studie Achnaton, Valse Profeet en Gewelddadig Farao (Tirion) stevig onderbouwde antwoorden op de intrigerende puzzels betreffende de 18de dynastie, bijvoorbeeld over de schijnbare verdwijning van Nefertiti en haar heroptreden onder een nieuwe naam.  Maar over Echnaton velt hij een zeer negatief oordeel.  Bij de dood van diens oudere broer en eigenlijke kroonprins Thoetmosis stipt hij aan dat dit “een wrede wending van het noodlot” was, die een onvoorbereide en ongeschikte jongeman aan de macht bracht: “Het zou voor Egypte veel beter zijn geweest als dit nooit was gebeurd.” (p.62) 

 

Met de cultus van Aton schijnt op zich niets verkeerds geweest te zijn.  Zijn tempels lieten volop zonlicht binnen, net als de oudere tempels van de zonnegod Ra, en in tegenstelling met de duistere mysterietempels van Amon.  Deze laatste had Ra als belangrijkste godheid verdrongen tijdens de herovering van Egypte op Hyksos, bezetters uit Syrië (16de eeuw v.C.).  Als hoeders van de god van de nationale bevrijding hadden de Amon-priesters veel macht gekregen, en macht corrumpeert.  In zoverre was het normaal dat een farao hen wat op hun plaats wilde zetten. 

 

Echnaton dreef het echter veel verder.  Hij bestempelde de bestaande cultussen als afwijkingen van de oercultus van de zon, en om die zuivere cultus te doen “herleven” stelde hij een schrikbewind in.  Hij schafte de oude feestkalender af en bestrafte al wie in zijn prachtige nieuwe hoofdstad betrapt werd op het bezit van beeldjes van de oude goden.  Aan het eind van zijn hoopvol begonnen zeventienjarige dictatuur was hij een diep gehate vorst.  De Egyptenaren waren niet blij met het plotse verbod op hun aloude cultussen, en na zijn dood trachtten ze de herinnering uit te wissen aan de man die wellicht als de eerste godsdienstfanaticus mag gelden.  Zijn zoon Toet-anch-Aton herstelde de oude goden in ere en verving in zijn eigen naam de inmiddels aangebrande Aton door de oude Amon. 

 

De volgende dynastie liet zelfs het graf van de bevlogen farao schenden, en “zijn gezichtsmasker werd afgerukt om ogen, neus en mond te vernielen en zo de ziel van de koning het zicht, lucht en voedsel te ontnemen” (p.83).  Daardoor vond Echnaton geen rust.  Ziedaar dan de vloek van de farao: zijn dolende ziel blijft de levenden achtervolgen en tot fantasterijen inspireren.

 

 

(Punt, Antwerpen, 2002)

 
Copyright © 2024 Koenraad Elst. All Rights Reserved.
Joomla! is Free Software released under the GNU/GPL License.