Een plek die Vlaanderen heet PDF Print E-mail
Written by Koenraad Elst   
Wednesday, 25 November 2015 23:33

(Brussels Journal, 15 juli 2010)

De Vlaamse beweging heeft de afspraak met de jongere generaties gemist. De artistieke omkleding van het flamingantisme versterkt die indruk: alle flamingantische liederen en kunstuitingen zijn stokoud. Betogingen van de Lega Nord zijn naar verluidt vol ambiance, met naast Verdi’s Slavenkoor ook eigentijdse liederen. Vlaamse betogingen daarentegen hebben voor buitenstaanders weinig charme. "Ik ben Vlaming en daar ben ik fier op" is een volstrekt holle leuze, want van enige trots op en vreugde in de Vlaamse eigenheid is daar niet veel te bespeuren.

In onze cultuursector weet of zoekt niemand het Vlaamse natiegevoel met eigentijdse thema’s te verweven. In de jaren ’60 konden de Elegasten, de Vaganten of zelfs de latere belgicist Wannes Vandevelde (in Pieter Breughel) al eens naar de Vlaamse verzuchtingen verwijzen. Vandaag echter staat er een levensgrote vacature open voor de eerste artiest die stem geeft aan het Vlaanderen van na 13 juni 2010.

Soms nemen tegenstanders van het nationalisme de nationalisten zelfs het thema van de nationale identiteit uit handen. In 1999 won Maggie Holland een Britse prijs voor de beste folksong met A Place Called England. Het lied opent met de groenlinkse klacht over een verkommerd land vol bebouwing en ongelijkheid, “gerund door mannen voor wie Engeland alleen een plek is om te parkeren”. Maar hoop daagt wanneer ze vrouwen tussen het beton van de sociale woningen rozen ziet kweken.

Dan eigent ze zich enkele nationale symbolen toe: “Dus sta op, Sint-Joris, en ontwaak, koning Arthur…” Want: “Hier twee heilwensen voor een plek die Engeland heet, wreed mishandeld maar nog niet dood.” Wordt dit een nationalistisch strijdlied, een Engelse variant op: “Nog is Polen niet verloren”? Nee, integendeel. In het vervolg van de tekst legt de zangeres er zich op toe, de beperking van de Engelse identiteit tot geboren Engelsen te hekelen: “Kom, allen die zich thuisvoelen bij de vrijheid, wat ook het land is dat u voortbracht. Er is plaats voor u, met wortel en tak, zolang gij de Engelse aarde liefhebt.”

Niets wijst er echter op dat nieuwkomers “de Engelse aarde liefhebben”. Integendeel, de boerenstand (zeker ook de bio-alternatieve soort die Maggie’s sympathie geniet) en de in Engeland zeer florissante kringen voor natuurexploratie bestaan praktisch uitsluitend uit inheemsen. Daarom dat het bestuur van het natuurgebied Lake District enkele jaren geleden de gratis gidsbegeleiding afschafte, "want die dient toch alleen voor blanken". In ons land is het niet anders.

Engeland heet hier geen natie maar een keuzegemeenschap verenigd rond “waarden”, in dit geval de vrijheid. Dat er naast nieuwkomers die in Engeland de vrijheid zoeken ook anderen zijn die er hun eigen onvrijheid willen verspreiden, zullen we even buiten beschouwing laten. Ander probleem is dat er niets strikt Engels is aan vrijheid. Ook Griekenland, Nederland, Frankrijk, en de Verenigde Staten werpen zich op als heimat van de vrijheid, en voorts gun ik vrijheid evenzeer aan Arabieren en andere volkeren die niet zo'n associatie met vrijheid hebben, liefst zonder dat ze daarvoor hun thuisland moeten ontvluchten.

In die keuzegemeenschap is “plaats voor allen om te groeien en bloeien, alleen minder plaats voor de dikke landheer op zijn achterste in zijn SUV”. Ziedaar weer zo’n tragikomisch voorbeeld van een oud-linkse die het opengrenzendiscours van de bovenklasse overneemt tegen de belangen van de onderklasse in. Ruimtegebrek of andere maatschappelijke schade door ongebreidelde migratie treft de armen natuurlijk meer dan de rijken. Daarom trekken nationalisme en vreemdenvrees juist de achtergestelden aan.

In een antipolitiek crescendo ontwijkt Maggie de voor mensen onvermijdelijke politieke keuzes door zich op een lager niveau te verschuilen: “Engeland is niet vlag of Imperium, het is niet geld, noch is het bloed… Het is de merel die in de meiboom zingt… en Engelse grond onder je nagels.” Als je menselijke instellingen zoals de staat, de economie of het natiegevoel buiten beschouwing duwt, dan neem je ook de door specifieke mensengroepen bedachte identiteit “Engeland” weg. Een vaderland is meer dan een naakt landschap. Rotsen en stromen alleen zijn nog niet de door mensen gevormde “plek die Engeland heet”.

De boodschap van het lied luidt: een echte Engelsman is tegen nationalisme, de nationalist houdt niet echt van Engeland. Op Europees niveau is die redenering welbekend. Men invoceert vaak de “Europese waarden” als knuppel tegen Europese eigenwaarde en zelfverdediging: “Europees” zou immers tolerantie impliceren, “dus” de hele multiculturele agenda. Ongeloofwaardig, maar in een sterk lied als dat van Maggie gaat zulk verhaal overtuigend klinken.

(“Vlaams” heeft die links-liberale connotaties overigens niet. Anti-Vlaamse krachten buiten en binnen Vlaanderen hebben die naam zozeer als middeleeuws en bekrompen verduiveld, dat hij ongeschikt geworden is om modieuze waarden zoals multicultuur of belgicisme aan op te hangen.)

Inmiddels beschikt het belgicistische kamp niet over een Maggie Holland die de Vlaamse fierheid tot een wapen tegen de Vlaamse eisen omsmeedt. Het “Leve België!”-lied van Clouseau en de hele Belgavox-pathos zijn al net zo lachwekkend onecht als de BUB onder de politieke partijen. Maar de onbenulligheid van de belgicistische cultuur rechtvaardigt nog niet de armoede aan verbeelding en scheppingskracht in het Vlaamse kamp. Ontwaak, Vlaamse muze!

 
Copyright © 2024 Koenraad Elst. All Rights Reserved.
Joomla! is Free Software released under the GNU/GPL License.