Mazdak, de eerste communist PDF Print E-mail
Written by Koenraad Elst   
Thursday, 29 October 2015 22:40

Propagandisten van religies passen hun verhaal doorgaans wat aan de tijdsgeest aan. Sedert het linkse egalitarisme toonaangevend werd, gingen zij beweren dat hun eigen profeet eigenlijk de grondlegger van de gelijkheidsgedachte was. Momenteel zegt men dit vooral over Mohammed en ook wel over de Boeddha. Van Jezus is het gezegd door anti-egalitaire vrijdenkers zoals Friedrich Nietzsche evenzeer als door egalitaire christenen, de bevrijdingstheologen.

In elk geval is de bewering volkomen onjuist: deze religieuze pioniers gaven zichzelf een religieuze opdracht die voorrang had op alle wereldse afleidingen, inbegrepen op de wens om de maatschappij te hervormen. Als neveneffect kon hun leer wel eens wat maatschappijveranderingen teweeg brengen, maar deze beantwoordden doorgaans niet aan het moderne gelijkheidsideaal. Zelfs Mohammed, die wél duidelijk een politiek project voor ogen had, liet de bestaande ongelijkheden intact, schiep er ook nieuwe (tussen gelovigen en ongelovigen), en beoefende zelf de slaafneming en slavenhandel.

Een uitzondering op deze regel in de Europese geschiedenis was de protestants geïnspireerde opstand van de Duitse boeren in 1525, die tot hun teleurstelling echter door Luther veroordeeld en bestreden werd. Als hoogtepunt van deze linkse dynamiek in het beginnende protestantisme zetten de Wederdopers in Münster in 1534-35 onder Jan van Leiden een christelijke heilsstaat op, naar het model van de eerste christenen, of toch zoals zij zich dat voorstelden: “Zij bezaten alles gemeenschappelijk.” Ook de vrouwen, want die waren wel nog niet gelijk aan de mannen, maar althans de mannen kregen elk evenveel. In theorie dan toch, want koning Jan van Leiden eigende zich wel meer vrouwen toe (18 stuks) dan zijn stadsgenoten. Of hoe “terug naar de bijbel” niet noodzakelijk tot meer huwelijkstrouw en respect voor de gezinswaarden leidt. Het Wederdopersexperiment kreeg niet de tijd om aan zijn eigen contradicties ten onder te gaan, want de stad werd spoedig ingenomen en de leiders doodgefolterd.

Een ouder en ietwat succesvoller experiment in religieus egalitarisme was de beweging van Mazdak, die Iran tussen 494 en 524 domineerde. Onder de dynastie der Sasaniden (224-636) was het mazdeïsme van Zarathoesjtra staatsgodsdienst, een statuut dat vaak tot hoogmoed en bederf leidt. Onder sjah Pirooz kwam het tot een ideologische en politieke crisis, en na diens nederlaag tegen de Witte Hunnen in 484 ook tot chaos en hongersnood. Zijn tweede opvolger Kavad I (r. 488-531) wendde zich dan tot de hervormer Mazdak om de problemen op te lossen.

Laten we vooraf even duidelijk stellen dat praktisch al wat we over Mazdak weten, ons bekend is uit vijandige bronnen, want er zijn nauwelijks teksten van Mazdak en zijn beweging bewaard gebleven. Mazdak stamde uit het milieu van mazdeïsche priesters in de Perzische stad Fasaa. Hij won het vertrouwen van Kavad, volgens sommigen door een mirakel te ensceneren.

Mazdak leerde zelfdiscipline, gastvrijheid, vegetarisme en pacifisme, klaarblijkelijk onder invloed van het boeddhisme dat in Centraal-Azië floreerde. Hij was erg antiklerikaal, ontzette priesters uit machtsposities en liet op drie na alle mazdeïsche vuurtempels sluiten. Hij verwierp religieuze formaliteiten en rituelen ten voordele van ethische zelfvervolmaking. Maar vooral predikte hij het collectivisme en de gelijkheid. En dan niet een vage gelijkheid van de zielen vóór de troon van de goddelijke rechter, maar een heel concrete gelijkheid in het hier en nu. Dit garandeerde hem grote populariteit bij de armere bevolkingslagen, al is er geen aanwijzing dat hij ook de slaven zou hebben willen bevrijden.

Omdat de meeste conflicten ontstaan over grondbezit en vrouwen, wilde hij deze beide goederen socialiseren, dus tot gemeenschappelijk bezit maken. Zijn volgelingen maakten de vrouwen en concubines van de rijken buit en verdeelden hen onder de armen. Voilà, madame la marquise, word jij maar het speeltje van de vuilnisman.

De adel en de priesters kwamen in opstand en zetten koning Kavad in 496 gevangen. Hij wist te ontsnappen en herstelde zijn macht met behulp van de Witte Hunnen, bij wie hij als kind reeds als gijzelaar verbleven had. Dit keer werd hij voorzichtiger in zijn steun aan Mazdak, maar deze behield toch grote invloed, ondermeer via kroonprins Kavoes. Diens jongere broer Chosrau Anoesjiravaan koos echter partij voor adel en clerus. Tijdens weer een hongersnood plunderden Mazdaks volgelingen de voorraadschuren van de rijken, en Chosrau maakte zich tot kampioen van de tegenbeweging die hem voorgoed wou uitschakelen. Hij nodigde Mazdak uit voor een openbaar wijsgerig debat in de hoofdstad Ktesifon, en daar liet hij hem en zijn volgelingen arresteren, ook de kroonprins, waarschijnlijk in 524. Naar verluidt werden de gevangen ketters levend begraven.

Enkele jaren later volgde Chosrau zijn vader op als sjah. Hij onderdrukte de restanten van het mazdakisme. De Perzische literatuur bezingt zijn heerschappij als exemplarisch en als het laatste hoogtepunt van de mazdeïsche beschaving. Het mazdakisme daarentegen wordt zowel in mazdeïsche als in islamitische en christelijke teksten fel gedemoniseerd. In de eerste eeuwen van de Arabisch-islamitische heerschappij zou de herinnering aan Mazdak nog enkele Perzische nationalistische opstanden tegen de nieuwe elite inspireren.

 

(tP, 12-10-2006)

 
Copyright © 2024 Koenraad Elst. All Rights Reserved.
Joomla! is Free Software released under the GNU/GPL License.