De islam, hoelang nog? (1) Achille Moerman PDF Print E-mail
Written by Koenraad Elst   
Sunday, 24 July 2011 15:26

 

1. Het testament van Achille Moerman

 

    Ik ontmoette Achille Moerman voor het eerst als mede-panellid in een islamdebat aan de VUB van de liberale studentenvereniging begin 1992.  Hij was een overtuigd humanist en vrijzinnige.  Anders dan de officiële vrijzinnige verenigingen behield hij zijn kritische zin toen de islam het katholicisme begon te verdringen als assertiefste godsdienst in ons land.  Volgende twee teksten verschenen in 1997 in het nummer 86 van het behoudsgezinde heel-Nederlandse tijdschrift TeKoS (Teksten, Kommentaren en Studies), naar aanleiding van zijn overlijden.

 

 

1.1. In memoriam

 

    In de nacht van 18 op 19 augustus 1997 overleed Achille Moerman, die de laatste jaren enige bekendheid gekregen had als eerstehands kenner en kritikus van de islam.  Na studies aan de VUB was hij advokaat, SABENA-vertegen­woordiger in tientallen verre landen, en liberaal politikus.  In 1993 verliet hij de VLD omdat zijn waarschuwingen tegen het opdringen van de islam in Europa er geen gehoor vonden (wel bleef hij voorzitter van de Willemsfonds-afdeling Sint-Joost-ten-Node), en werd hij als bruggepensioneerde één van de stichters van de ouderenpartij Waardig Ouder Worden.  Hij kwam op TV toen hij als lijsttrekker in 1994 ei zo na een europarlementszetel haalde.  Toen startte De Morgen (met ondermeer Lucas Catherine) een lasterkampanje tegen hem, die ze trouwens tot in zijn overlij­densbericht toe zou volhouden.  Alleen al het scheldwoord "extreem-rechts", deerlijk misplaatst in het geval van deze voorvechter van vrouwen- en homorechten, volstond om in alle verenigingen waarin hij aktief was de bange schaapjes tegen hem op te zetten.([1])  De partij WOW wou hem niet meer en viel na het vertrek van haar enige kapabele woordvoerder spoedig uiteen. 

    Moerman zelf zag zijn strijd tegen de islam juist als een ak­tualizering van de aloude strijd voor de vrijheid tegen ondermeer ook het fas­cisme.([2])  Maar dat hielp natuurlijk niet.  De troefkaart van De Morgen om te bewijzen hoe politiek fout Moerman wel was, was zijn "beruchte" uitspraak: "Ik ben geboren als antik­lerikaal, heb geleefd als antikommunist, en zal sterven als anti-islamiet."  Aangezien een linksliberale krant als De Morgen niet zou kunnen gedijen onder een klerikaal, islamitisch of zelfs kommunistisch regime, zou ze strijdbare vrijdenkers als Moerman mogen dankbaar zijn.  In de jaren '30 in een Vlaams dorpje aan het leven beginnen in een antik­lerikaal gezin; in de jaren '50 aan de VUB studeren en zich (ook na zijn deelname aan een studen­tenkongres in Moskou) antikom­munist verklar­en; in het gelijkges­chakelde opinieklimaat van de jaren '90 is­lamkritikus zijn: daar was telkens moed voor nodig.  En daarin lag het verschil tusen Moerman en de politiek korrekte intellektuelen die heden de dienst uitmaken.

    Achille Moerman werd in 1936 in Avelgem geboren.  Een stuk voorges­chiedenis dat hij graag vertelde, was dat hij zijn bestaan te danken had aan een "vrijzinnig mirakel".  Toen de Duitsers in 1918, daags vóór de Wapenstilstand, gasgranaten op Avelgem afvuurden, vluchtten honderden mensen in de laaggelegen dorpskerk.  Gas zakt echter naar beneden, en alle mensen in de kerk kwamen om; niet echter de grootvader van Achille, die als rabiaat vrijzinnige meteen genoeg kreeg van al dat bidden, en met zijn gezin (inbegrepen de dochter die Moermans moeder zou worden) tussen de granaatinslagen door veiliger oorden opzocht.  Gered door het ongeloof, of hoe De Morgen ongelijk had met haar insinuatie dat Moerman zijn vrijzinnige oorsprong slechts verzon om zich een valse progressieve geloofwaar­digheid aan te meten.([3])

    Ik heb Achille Moerman nog meermalen bezocht in de laatste week van zijn leven.  Hij was helder tot de laatste dag, en is in niets zijn opvattingen ontrouw geworden.  Op zijn verzoek heb ik het hiernavolgende artikel, zowat zijn politieke testament, aan de Vlaamse dag- en weekbladen ter publikatie aangeboden.  Zij hadden blijkbaar niet voldoende ruimte (alleen Knack heeft me dat expliciet laten weten), maar TeKoS wil graag aan de laatste wens van Achille Moerman voldoen.

 

 

1.2. Integratie van de islam in West-Europa: mogelijkheid of waanbeeld?

 

Sinds de Renaissance heeft de Westerse wereld zijn gedurende de Middeleeuwen opgebouwde,"goddelijk" geïnspireerde maatschappijnormen grondig getransformeerd. Voorkristelijke antieke bronnen, protestantisme, humanisme, Verlichting, idealen van de Amerikaanse en Franse revoluties, nationalisme, liberalisme, socialisme, e.a. hebben zich op duurzame wijze toegevoegd aan het middeleeuws ideeëngoed.  Dit heeft ertoe geleid dat onze maatschappelijke ordening en normering in grote mate werd gedekonfessionalizeerd, en dat onze samenleving thans eerder als post-religieus te omschrijven valt dan als kristelijk. Het spiritueel monopolie maakte plaats voor een veelvoud aan bronnen en het autonoom en vrij denken verving het alleenzaligmakende en voorgekauwde dogma.

Het overstijgen van het sektaire element (de notie van het volgzame, uitverkoren of gezegende volk tegenover het onvolgzame, verworpene of kwade andere), de scheiding van de machten, het vrijheids- en gelijkheidsbeginsel (ook qua geslacht in een meer recente evolutie), de rechtsstaat, en de ekonomische en sociale organizatie en het funktioneren van onze maatschappij hebben inderdaad weinig of niets met een kristelijke grondslag te maken, en nog minder met een kerkelijke, gezien deze eeuwenlange ontwikkeling keer op keer werd afgedwongen tegen de wil in van de kerkelijke overheid.

            De maatschappelijke dekonfessionalizering zet zich ook vandaag de dag nog steeds verder door, en wordt gedragen en aanvaard door het overgrote deel van de Westerse bevolking – ook van gelovige kant -- als voortvloeiend uit volkswil en demokratisch vastgelegde instellingen.  Men mag dan al individueel wetten of verordeningen betwisten: het zal zelden voorkomen dat de legitimiteit ervan wordt betwist op religieuze basis, ook al zijn er nog fundamentalisten onder ons, zoals geregeld geïllustreerd.  De overtuiging dat een goddelijke wet voortdurend het politieke, ekonomische en sociale leven moet doorkruisen en beheersen is ons thans vreemd.  Wetten blijven weliswaar gebaseerd op waarden, maar deze worden uit vele bronnen geput en uiteindelijk gedistilleerd via de geijkte institutionele kanalen.  De konflikten die in de loop van de laatste vijfhonderd jaar dit proces hebben begeleid zijn vaak heel verbeten, bloedig en langdurig geweest.  Ik ben er grondig van overtuigd dat weinigen bereid zijn om aan deze door de eeuwen geboetseerde staat van zaken abrupt een einde te maken, of de trend om te buigen.  Zoals in het verleden ontsnappen wij ook vandaag niet aan tekortkomingen en manke werking, maar ondanks de vele aan de oppervlakte gekomen schandalen en malaises van het ogenblik, die weleens doen twijfelen aan de mérites van ons systeem, blijft het dynamisch evolueren verkieslijker dan een terugkeer naar de dogmatische en stagnante toestand van vroeger.

            Sinds de jaren '60 kent West-Europa een aanzienlijke toevoer {legaal en illegaal) van mensen afkomstig uit het zuid-westelijk en oostelijk Middellandse-Zeebekken. Waar in het Turkse geval de staatsordening een Westers georiënteerde lekenstempel draagt, vormt in de Maghreb-Ianden van herkomst de islam de grondwettelijk erkende basis en inspiratie van de staatsordening.  Dit is ook zo in niet-Arabische moslimlanden van het Indisch subkontinent (ontstaan op religieuze basis), die eveneens aanzienlijk hebben bijgedragen tot de reeds genoemde menselijke toevoer naar sommige West-Europese landen.  De islamitische stempel op het maatschappelijk leven varieert er van land tot land, maar vormt er in alle gevallen een alomtegenwoordig gegeven.  Een tendens tot inniger islamizering is er trouwens aan de orde van de dag.  Godsdienst behoort er nooit tot de privésfeer en domineert er voortdurend bij alle mogelijke kontakten en gebeurtenissen.  Het determineert als dusdanig het sociaal leven en het bestaan zelf.  Hervormers in die landen hebben het uiterst moeilijk om tegen de stroom op te varen en kunnen zich nooit veroorloven de godsdienstige basis in vraag te stellen (de grote Turkse hervormer Moestafa Kemal Ataturk is moeilijk indenkbaar in de huidige konstellatie). De sanktie waaraan zij in tegengesteld geval zijn blootgesteld kan fataal zijn en vaak zoeken zij bij ons hun toevlucht.  Vrije meningsuiting moet het er steeds afleggen tegen "respekt voor de islam".  Vernieuwing, of bida in het Arabisch, staat in religieus opzicht trouwens gelijk met ontsporing, of het verlaten van de rechte weg van de sjari’a {goddelijke wet) die al volledig uitgestippeld is.  Anders dan bij ons heeft zich in het door de islam beheerste deel van de wereld nooit een intellektuele ontwikkeling kunnen ontplooien of voltrekken die losstond van die godsdienst {behalve in het reeds geciteerde Turkije, dat tot voor kort echter een islamizerende eerste-minister had).

            De islam is bovenal vervat in de Koran, ongeveer veertien eeuwen geleden tot stand gekomen op het Arabisch schiereiland, bij half-verstedelijkte nomadengemeenschappen, wier maatschappelijke normen hij weerspiegelt. Deze volumineuze, gedetailleerde en repetitieve in verzen gestelde "heilige schrift", in de Arabische taal gereveleerd, bevat voor de moslim letterlijk Gods woord.  Dit verschilt met de heilige schrift van joden en christenen, door mensen geschreven onder goddelijke inspiratie.  De profeet Mohammed (aldus niet de schrijver maar de ontvanger van de goddelijke openbaring), door diezelfde Koran als laatste ultieme profeet der profeten aangewezen, vormt een merkwaardige historische figuur naast een al even merkwaardig boek.  Slechts in de Arabische versie is het werk rechts- en godsgeldig.  Deze Arabische letterlijkheid, samen met de gedetailleerdheid (bijvoorbeeld de aandacht die gaat naar de bidrichting, zithouding daarbij, en gebedsformules), duiden meteen bijzonder nauwe interpretatie-marges aan.  De op vertaling aangewezene dient te beseffen dat hij zijn vertaalde verzen nooit met gezag zal kunnen inroepen.  Desondanks zou ik, samen met de moslims die klagen over het gebrek aan kennis van hun godsdienst, hier een pleidooi willen houden voor een nadere kennismaking met de Koran, ook op onze scholen.  Terloops weze hier aangestipt dat, indruisend tegen onze eigen wetgeving, migrantenkinderen de islam bijgebracht wordt in hun

taal van oorsprong door geïmporteerde leraars die onze kultuur nauwelijks kennen en ze dikwijls verafschuwen.

            Maar terug naar onze scholing: ik ben er verre van zeker van dat dergelijke onderdompeling zal leiden tot meer begrip en respekt ten opzichte van de leer, noch zijn belijders.  De islamitische goddelijke boodschap, die in zijn vijf pijlers van weinig of geen levensbeschouwelijke inhoud getuigt (tenzij men blinde onderwerping aan geloof in de Koran als dusdanig beschouwt), maar vooral ritualistische of formalistische verplichtingen oplegt (dagelijkse gebeden, jaarlijkse vastenmaand, bedevaart naar Mekka, tot eigen geloofsgenoten beperkte aalmoes, en heilige oorlog), staat immers bol van sektarisme.  Dit uit zich zowel positief (wees broeders onderling), als negatief (wee de ongelovige die eeuwige verdoemenis wacht en moet bestreden worden).  Alleen al het vaakst door de moslem uit het hoofd gekende hoofdstuk "De koe", dat 286 verzen beslaat, telt een vijftiental verwensingen aan het adres van diegenen die zich niet tot de islam willen bekennen, of hem bestrijden.  Mocht een politieke partij in ons land uitpakken met een analoog programma van uitsluiting, dan zou men haar bedenken met de meest pejoratieve adjektieven.  Onverdraagzaamheid, uitbuiting en overheersing lijken in de islam sleutelwoorden inzake relaties met de andere.  De mogelijkheid tot veranderen van godsdienst (nochtans opgenomen in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, en als dusdanig in theorie onderschreven door een groot aantal islamitische landen) is onbestaande, en apostasie moet volgens de Koran met de dood worden bestraft.  Ook heden gaan zelfs in de meer tolerante islamitische landen mensen de gevangenis in (soms in psychiatrische behandeling) wanneer zij een andere godsdienst willen belijden, of nog erger, willen propageren.  Ongelovigen zijn een nog verdelgbaarder soort.  Gemengde huwelijken zijn slechts mogelijk voor de moslim-man, en voor zover het nageslacht diezelfde godsdienst zal aankleven.  Een moslim-vrouw kan alleen een moslim huwen.  Aan deze stelregel wordt ook al vandaag in België streng de hand gehouden door zowat de hele moslim-gemeenschap, op straffe van maatschappelijke uitsluiting of erger.  Een aantal westerlingen bekeren zich dan maar noodgedwongen tot de islam, maar in feite illustreren zij hiermee de onverdraagzaamheid, het gebrek aan respekt door die godsdienst voor de andere.  Misschien kan het Centrum voor Gelijke Kansen en Bestrijding van Racisme hier enige aktie ondernemen?

            Het heet dat wij de weg moeten opgaan van een "multikulturele" maatschappij.  In feite zijn wij dat al lang, in tegenstelling tot de Koran-koncepten en de landen met de islam als staatsgodsdienst.  Als multikultureel zou betekenen dat wij in een maatschappij met personele statuten moeten uitmonden, dan bedank ik daar royaal voor.  Beoefend in de meeste islamitische landen, al naargelang de godsdienstige kategorie waartoe men erfelijk behoort (met als enige overstapmogelijkheid het één richtingsstraatje naar de islam toe), en met een tweederangsstatus voor joden en kristenen (andere godsdiensten of ongelovigen zijn daar niet eens aan toe), kan men dan zaken als nalatenschap, huwelijk, echtscheiding, hoederecht over kinderen e.d. per godsdienstige subgroep laten behandelen door religieuze rechtbanken.  Nu reeds blijven een aantal Belg geworden migranten, die daardoor hun oorspronkelijke nationaliteit niet verliezen, in feite onderworpen aan de verplichting van het religieus huwelijk in oorsprongsland gezien het Belgisch burgerlijk huwelijk er niet erkend wordt (Marokko bv. -- het omgekeerde is wel waar).  Werd niet onlangs met veel emotionele verontwaardiging rond de moord op een migrantenmeisje door barmhartige Samaritanen gepleit voor meer islamitische begraafplaatsen in België?  Wat grondig fout was onder de levenden in Zuid-Afrika op basis van ras, zou thans wenselijk zijn onder de doden in België op godsdienstige basis.  Leve de apartheid op de begraafplaatsen, ter bevordering van de sektaire zielerust en het wederzijds respekt!

            De Belgische wetgeving op het vlak van de nationaliteit werd enkele jaren geleden aanzienlijk versoepeld voor mensen van vreemde oorsprong geboren op Belgisch grondgebied.  Het is een verdedigbare maatregel, maar benevens de verwarring rond dubbele nationaliteit is het een illusie te geloven dat integratie daardoor wordt bevorderd, of er natuurlijk uit zou voortvloeien.  Misschien brengt deze faciliteit wel juist met zich dat de betrokkene daardoor minder wordt aangezet zich effektief te integreren.  Landen zoals de Verenigde Staten of Japan bijvoorbeeld kennen naturalisatieprocedures die inhoudelijk (kennis van lokale taal, geschiedenis en kultuur) veel zwaarder wegen, en formeel veel plechtiger verlopen.  In België, reeds zo wankel intern, acht men zoiets schijnbaar overbodig.  Allerlei begeleidende integratieprogramma's mogen dan al helpen, essentieel is de wil en motivatie van de migrant om mentaal en sociaal aan te sluiten bij zijn nieuwe omgeving.  Een mooie barometer hiervoor zijn gemengde huwelijken (geen schijnhuwelijken uiteraard die behoren tot het arsenaal van de mensenhandel}, zonder godsdienstige voorwaarden, of andere hechte samenlevingsvormen, evenals de staat van gelijkberechtiging van de migrantenvrouwen.  Een politiek van integratie die op deze twee vlakken zou toegespitst zijn, zou daadwerkelijk kunnen helpen, ware het niet dat dergelijke pogingen gedoemd zijn te stranden op de klippen van georganizeerde islamitische weerstand, eerder dan op die van het Vlaams Blok.

            En gezien een kritische houding t.o.v. dergelijke weerstand zou kunnen worden uitgelegd als aanval op die godsdienst laat men begaan.  Waarom immers nodeloos voor het hoofd stoten?  Diskriminatie en apartheid, voor zover gebaseerd op godsdienst, worden aldus aanvaardbaar en toegedekt met de mantel van het "respekt voor andermans godsdienstige overtuiging".  Wordt het niet de hoogste tijd dat de hersenverlamming waaraan een aantal intellektuelen lijden (niet erg verschillend van hun eerdere aandoening t.o.v. het kommunisme} ophoudt?  Wordt het niet de hoogste tijd dat het politieke leiderschap dit probleem behandelt zonder valse schaamte?  De koloniale expansie, moreel in vraag gesteld omdat men nooit een afdoende rechtvaardiging kon vinden voor het besturen, vanop duizenden kilometer afstand, van gebieden met bevolkingen die kultuurhistorisch en etnisch weinig met het koloniale machtscentrum gemeen hadden, dient nu niet om te slaan in een post-koloniale ineenstorting van waardenschalen op eigen terrein.  Het is dwaas en op termijn zelfvernietigend om telegeleide subkulturen en ghetto's te laten uitdijen die zich niet kunnen of willen integreren in het geheel.  Dit geheel is, zoals boven geschetst, niet navelstarend in zich gekeerd, en staat open voor verdere beïnvloeding, ook uit andere windstreken en ook door migranten.  Maar een terugkeer naar middeleeuwse koncepten, om een recent gearriveerde kultureel en godsdienstig verschillende, en ekonomisch en sociaal zwakkere groep ter wille te zijn, heeft niets met naastenliefde, maar alles met kortzichtigheid te maken.  Niemand is hier-mee gebaat, het minst nog de migrant zelf die zich wil integreren.

            Er is in West-Europa plaats voor diegenen die er zich mee willen identificeren, en erbij aansluiten.  Diegenen die de islamitische Gemeenschap van Gelovigen (of oemma) willen uitbreiden tot West-Europa, dienen rechtsomkeer te maken.  Zij staan immers een ondemokratische ordening voor die resoluut indruist tegen de laatste vijf eeuwen evolutie.  De vrijheid van meningsuiting kent geen godsdienstige taboes, en het (her)in-voeren of uitbreiden van de aparte hokjes binnen ons bestel kan alleen maar onheil brengen, zoals vorige eeuwen en meer recente voorbeelden aantonen.  De islam heeft in Europa alleen een plaats wanneer hij ter plekke een grondige metamorfose ondergaat, het sektarisme afzweert, en zich humanizeert.  Hij moet aanvaarden dat hij niet min, maar ook niet meer rechten dan andere godsdiensten of filosofische overtuigingen kan laten gelden.  Als dusdanig moet hij (en met hem de landen die extraterritoriaal willen tussenkomen) ophouden goddelijk geïnspireerde regels of normen te wil-len doordrukken die haaks staan op het bestaande wettelijke kader; en op-houden eisen te stellen die de dekonfessionalizeringstrend -- een essentiële krachtlijn van ons politiek en maatschappelijk model -- afbreken.

 

Dr.jur. Achille MOERMAN

 



([1])  Om de schuld van de islam af te wenden, beschrijven vele journalisten moslim-terroristen graag als "extreem-rechtse moslims", alsof niet de islam maar een bijkomende "extreem-rechtse" gezindheid het motief voor hun terreurdaden vormde.  Maar wie deze "extreem-rechtse moslims" dan aan een ernstige ideologische kritiek onderwerpt, wordt zelf ook weer als "extreem-rechts" belasterd.  Zoals Confucius gezegd zou hebben: waar woorden hun betekenis verliezen, zullen de mensen spoedig hun vrijheid verliezen. 

([2])  Daarom zag ook Moerman een zekere symmetrie tussen "de islam aan de ene kant, het Blok aan de andere" (aldus in de uit­nodiging voor twee lezingen, waarvan één van mijzelf, georganizeerd door het Wil­lemsfonds van Sint-Joost-ten-Node op 2 en 9 september 1993).

([3])  De Morgen, 23-8-1997; of hoe de linkse Belgen zelfs in een overlijdensbericht nog geen sereniteit betrachten.

Last Updated on Sunday, 24 July 2011 16:47
 
Copyright © 2024 Koenraad Elst. All Rights Reserved.
Joomla! is Free Software released under the GNU/GPL License.